Over deze database/website en antworden op vragen  
Doelgroep
Deze database is gemaakt voor hoveniers, groenbeheerders, opleidingen voor deze beroepen. en tuinbezitters. Alleen bijen waar foto's van beschikbaar zijn, zijn in deze database opgenomen. enkele tientallen soorten staan op de wachtlijst en worden in de winterperiode toegevoegd. Het gaat hier niet om de volledigheid maar om een indruk te krijgen van de verscheidenheid van wilde bijen in de eigen omgeving en de uitdaging om deze bijen in de eigen omgeving een plek te geven.
Kaartjes
De kaartjes naast de foto’s van de bijen, zijn voor het grootste deel afgeleid van Peeters et al 2012, van een aantal rapporten van inventarisaties, eigen inventarisatie in ruim 25 gemeenten en losse waarnemingen van de auteur in het hele land. In de periode 1980-1995 ook van spoorwegterreinen. Verder sinds 2020 ook in beperkte maten van Waarneming.nl.
De officiële verspreidingskaartjes in het boek ‘De Nederlandse bijen (Peeters et al 2012), zijn verdeeld in hokken van 5x5 km. Voor de wetenschap is dat zeer belangrijk. Door deze gestandaardiseerde indeling zijn kaartjes die in verschillende periodes ( bijv. om de 25 jaar) zijn samengesteld met elkaar te vergelijken. Aan de hand van deze kaartjes kan worden nagegaan of soorten toe-, afnemen of gelijk blijven.
De kaartje zijn nog niet geüpdatet dat geldt ook voor de overzichten.
Bij de kaartjes in deze database gaat het om de vraag welke bijen er in een gebied voorkomen. De exacte verspreiding is hierbij is niet zo belangrijk. Als habitats aan de eisen van de bijen voldoen, zal een aantal van deze bijensoorten zich gaan vestigen in een tuin of ander groen landschapselement. Dat kunnen er enkele zijn, maar ook tientallen.
Afstand bijen en tuinen
De afstand tussen de plekken waar de bijen voorkomen en de plekken die we bijenvriendelijk maken kan een barrière zijn. In Nederland moeten barrières voor wilde bijen worden gerelativeerd. De steden Sneek, Leeuwarden en Lelystad die ten opzichte van bijenhabitats zeer ongunstig liggen of lagen, zijn hier een voorbeeld van. De beperkte factor zijn vooral de habitats. Een pol struikheide in een tuin zal zeer waarschijnlijk niet worden bezocht door bijen die alleen op de heidevelden voorkomen. Maar in een tuin die die aan de heide grenst, gebeurt dat waarschijnlijk wel. Zie verder 'Factoren ( op de startpagina) die het voorkomen van bijen bepalen'.
asterisk ( * )
De plekken waar wilde bijen zijn waargenomen, zijn globaal aangegeven. Een asterisk ( * ) kan betrekking hebben op een enkele waarneming van slechts één bij in een 5x5 km-hok, maar ook op een talrijk voorkomen van wilde bijen in 1 tot ca. 3 hokken. Bij zeer zeldzame soorten die gebonden zijn aan een bepaald habitat (o.m. heide, kalkgrasland, duinen) zullen waarschijnlijk tuinen niet bezoeken, voor tuinen die grenzen aan deze habitats is de kans veel groter.
In tientallen regio, worden in de laatste decennia wilde bijen bijen geïnventariseerd. Nieuwe vondsten die op waarneming.nl worden geplaatst worden met toestemming van Eis op deze website geplaatst. Heel veel zeer waarschijnlijk duizende waarnemingen zijn nog onbekend. Veel regio's zijn zeer waarschijnlijk onder bemonsterd. Er valt dus nog heel veel te ontdekken.
Waar het in de praktijk om gaat is op welke planten vliegen deze bijen en welke bijen komen in mijn ogeving voor.
Algemeen voorkomende bijen zullen sneller worden aangetrokken dan zeldzame bijen. In principe hoeven we hier niet al te veel rekening mee te houden. Het overgrote deel van de planten voor zeldzame bijen wordt vrijwel altijd ook door andere wilde bijen en bloembezoekende insecten bezocht.
Indeling gebieden
De indeling van gebieden op de kaartjes zijn globaal en gebaseerd op landschap, streek en grondsoort. Om een indruk te krijgen van de kansen van vestiging van wilde bijen worden per gebied steeds de grondsoorten globaal genoemd. Dat zijn onder meer zand, veen, klei, löss, zavel. Op zware klei- en op veengronden, komen in het algemeen veel minder wilde bijen voor dan op lichtere gronden.
Per provincie zijn in principe geen grenzen voor gebieden en steden aangegeven. Ecologisch is zo’n grens moeilijk vast te stellen. De kaartjes zijn alleen bedoeld om een indruk te krijgen welke bijen in een gebied, of in de wijde omgeving van een tuin of andere bloemrijk landschapselement voorkomen. Voor gedetailleerde verspreidingskaartjes wordt verwezen naar Peeters et al, (2012) en waarneming .nl. en naar waarnemingen .nl