Bewerkt naar: /Grondsoortenkaart.htm / Wageningen University & Research |
Het overgrote gedeelte van de provincie Groningen bestaat uit intensief landbouw en veeteeltgebied. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat wilde bijen in de provincie nauwelijks voorkomen. Maar de provincie is bezaaid met allerlei historische dorpen. stadjes, grote boerenerven en tuinen rond plattelandswoningen waar wilde bijen voorkomen en kunnen vestigen. |
Noord - Groningen Op deze kaart het gebied ten noorden van het Eemskanaal. De bodem bestaat vrijwel volledig uit verschillende soorten klei en uit lichte en zware zavel (zandige klei). Buiten de steden, stadjes en dorpen wordt het gebied vrijwel volledig voor intensieve landbouw en veeteelt gebruikt. Voor wilde bijen is hier heel weinig ruimte. Daar tegenover staan linten van historische dorpen en stadjes die de voornaamste rol spelen in het bevorderen van wilde bijen. Deze linten liggen aan de spoorlijnen Groningen-Delfzijl, Groningen- Roodeschool en Groningen-Nieuweschans. Aan de Westelijke kant van de lijn Groningen-Warffum liggen tientallen grote en kleine dorpen die ook een substantiële bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen van wilde bijen. |
Zuidoost - Groningen: gebied langs de Ruiten Aa Zuidoost Groningen is op deze kaart het gebied tussen Nieuweschans, Haren en Ter Apel. Naar het zuiden toe loopt het in een punt uit. De oostelijk kant van de lijn Winschoten-Onstwedde- ter Apel is lommerrijker en op veel plaatsen kleinschaliger dan de westelijke kant die grotendeels uit ontginningsgronden bestaat. Op het kaartje heeft Zuidoost- Groningen betrekking op het oostelijk gedeelte. De meeste natuurlijke elementen zijn te vinden langs de Ruite Aa. Bij Sellingen is relatief veel bos. Dorpen als Bellingwolde, Blijham, Wedde en het gebied langs de Ruiten Aa bieden mogelijkheden voor wilde bijen. Het hele gebied bestaat voornamelijk uit zandgrond. |
Zuidwest - Groningen Dit grotendeels agrarisch gebied ligt op zandige bodem, naar is ten opzichte van Noord-Groningen relatief kleinschalig. Veel singels en hagen, de woonplaatsen zijn rijk aan tuinen en bieden veel kansen voor wilde bijen. Het landschap sluit goed aan bij het lommerrijk gedeelte van Friesland (de Wouden). Er komen zeer waarschijnlijk meer soorten wilde bijen voor dan er op de lijst staan. |
Zuidoost-Groningen: ontginningslandschap Heel anders is het aan de westelijke kant van de lijn Winschoten- ter Apel. Die bestaat voornamelijk uit grootschalige landbouw en veeteelt. Dit afgegraven veengebied dat grotendeels uit dalgronden bestaat, grenst voor het grootste gedeelte aan ontginningsgebied van Drenthe. Op verschillende plekken liggen terreinen met een hoge tot zeer hoge potentie voor wilde bijen. Onder meer de Natuurtuin van Muntendam een ontgraven iets heuvelachtig zandig terrein dat zeer geschikt is voor wilde bijen. Die er zeer waarschijnlijk ook voorkomen. De steden en de lange lintvormige dorpen langs het kanaal dat bestaat uit Stadskanaal, Musselkanaal en Ter Apelkanaal, liggen veel kansen voor wilde bijen het zijn vooral de tuinen die hier een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren. Dat geldt ook voor de andere dorpen en steden in dit gebied. |
Omgeving Lauwersmeer Bestaat voornamelijk uit zandgrond. Het noordelijk gedeelte betstaat grotendeels uit bos dat op veel plekken wordt onderbroken door open ruimte., voor een groot gedeelte is het ook militair terrein. De grazige vegetaties, bermen en graslandjes die in het gebied veel voorkomen zijn meestal bloemrijk. Naast bloemrijke ruigte zijn er ook veel plekken met wilgen waar bijen van kunnen profiteren. De Marnewaard is Grotendeels een intensief landbouwgebied. |
Gebied Haren - Noordlaren De bodem van dit kleinschalige landschap bestaat voornamelijk uit leemhoudende zandgrond die tot de stad Groningen deel uitmaakt van een uitloper van de Hondsrug. De bodem in combinatie met kleinschaligheid en relatief veel bloemrijke begroeiingen vormen een relatief bijenrijk landschap waar ook de stad Groningen deel van uitmaakt. |
Oldambt Is voornamelijk een landbouwgebied. Globaal ligt dit gebied tussen Muntendam, Wagenborgen, Termunterzijl, Nieuweschans en Winschoten. De grond bestaat voornamelijk uit klei en aan de zuidwestelijke kant uit zandige grond. In dit landbouwgebied komen nauwelijks wilde bijen voor. De meest kansrijke plekken voor wilde bijen zijn de historische dorpslinten Finsterwolde, Beerta, Midwolda en Oostwold. Bij Westerlee en Heiligerlee liggen enkele zandruggen met bossen en een min of meer natuurlijke begroeiing die ook substantieel kan bijdragen aan het voorkomen van wilde bijen. Tuinen en bloemrijke begroeiingen in kleine dorpen, buurtschappen en de groene ruimte rond boerenerven en plattelandswoningen kunnen hier een substantiële bijdrage leveren aan het voorkomen van wilde bijen en andere kleine dieren. |
Groningen- Stad Een oude groene stad op verschillende bodems. Voor de biodiversiteit voor wilde bijen ligt deze stad ten opzichte van andere steden en dorpen in Groningen zeer gunstig. De stad is aan de zuidelijke kant verbonden met een kleinschalig landschap dat bestaat uit allerlei groene landschapselementen zoals bosjes, houtige lintvormige elementen, lommerrijke woonplaatsen met veel grote tot parkachtige tuinen. Het is een brede corridor voor wilde bijen en andere dieren tussen de stad Groningen en het Drentse landschap. Het ligt voor de hand dat het aantal soorten wilde bijen in deze stad aanzienlijk groter is dan in de andere steden in Groningen en de steden in de klei- en veengebieden in Friesland. Maar in de stad Groningen heeft ook het ecologisch groenbeheer dat sinds ca 1990 op veel plekken is uitgevoerd hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. Rond 1985 werd er in de openbare ruimte geen pesiciden meer gebruikt |
Delfzijl - Appingedam en omgeving Delfzijl en Appingedam vormen samen een stad met weinig groene ruimte. Maar toch zijn er relatief veel plekken waar bijen zijn waargenomen. De dorpen er omheen kunnen de bijenstand ondersteunen. |
Hoogezand - Sappemeer Hoogezand is ontstaan uit dorpen en buurtschappen en samen met Sappemeer uitgegroeid tot een stad: De naam Hoogezand heeft betrekking op een hooggelegen plek in vroeger veengebied deze plaats lag min of meer aan de rand van dit gebied. Voor de vestiging van wilde bijen ligt Hoogezand=Sappemeer niet ongunstig. Het ligt dichtbij bijenrijke gebied Groningen en Haren -Noordlaren. De stad is rijk aan tuinen met een grote potentie voor biodiversiteit. |
Verantwoording |
Peeters T.M.J. et al. 2012. De Nederlandse bijen. Naturalis Biodiversity Center. Leiden. |
Loonstra, A.J. & W.Patberg, 2912. Inventarisatie bijen. Monitoring in het kader van Stedelijke Ecologische Structuur Groningen. Rapport2012-048, Koeman en Bijkerk bv. |
Koster, A., 1999. Wilde bijen in relatie tot het groenbeheer in de stad Groningen. Rapport. Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek. 19 p; bijlagen. |